Een jonge man heeft een affaire met een oudere vrouw. Om deze ménage à deux verborgen te houden verkleedt de jonge man (een rol gezongen door een vrouw) zich als dienstmeisje, waarna zij/hij de schuinsmarcherende baron des huizes achter zich aan krijgt. En dan moet je nog drie-en-halfuur. Een Duits Theater-van-de-Lach van Wagneriaanse lengte terwijl het Duitse boek van de humor toch vooral bekend staat om zijn zeer geringe dikte. Het vooruitzicht in een muzikale klucht terecht te komen waar geen einde aan komt heeft mijn houding tot Der Rosenkavalier van Richard Strauss tot nu toe tot een gereserveerde gemaakt.
Tot nu toe. Want de uitvoering vanavond in het Muziektheater van De Nationale Opera was, behalve een muzikaal theatraal feestje waarin de oren een rondleiding kregen door een muzikaal landschap van grote onvermoede schoonheid, bovenal een weerlegger van opvattingen die zich in de loop der jaren in mijn operaliefhebbend hoofd genesteld hadden. Dat in een opera de hoofdpersoon maar beter doodgaat bijvoorbeeld. Voor de betere dramatische impact. Dat je voor een onderhoudend verhaal karakters met een inktzwarte moraal nodig hebt en dat je voor een echt volwassen stuk muziektheater maar beter geen happy end kunt hebben. Dat voelt zo onbevredigend. Alsof je bij de neus genomen wordt. Voor je het weet wordt het operette. Zo’n genre waarin eigenlijk alleen de ouvertures te verteren zijn (begrijp me niet verkeerd, die van Die Fledermaus is prachtig). In tegenstelling tot zijn voorgangers Salome en Elektra (respectievelijk topzwaar Bijbels en Grieks drama) koos Strauss in Der Rosenkavalier bewust voor een lichtvoetig verhaal in het Wenen van de 18e eeuw. Hij noemde het zijn ‘Mozart-opera’. Veel zwaarder dan Elektra kan een opera niet worden, muzikaal en dramatologisch, en Strauss keerde met Der Rosenkavalier zijn rug naar de moderniteit die hij met Elektra op een hoogtepunt had gebracht. Dacht ik altijd. Het is dat het dertien-in-een-dozijnachtige verhaal op dit punt de neiging heeft te misleiden maar muzikaal is Strauss in vergelijking met Elektra in Der Rosenkavalier veelzijdiger, verfijnder en gelaagder. En wat ook zo lekker is in deze opera, hij is volledig doorgecomponeerd. Alle aria’s en dialogen zitten verweven in een klanktapijt dat in iedere acte van begin tot end in één keer wordt uitgerold. Geen tijd om na iedere aria te applaudiseren. Ik weet dat het traditie is maar ik ben wat dat betreft een Wagneriaan. De aria’s in een nummer-opera dienen vaker het ego van de solist dan het verhaal. Ik ervaar het zelf als een reclameblok in een film. En daar ben ik, zeker nu ik een Netflix-abonnement heb, helemaal allergisch voor geworden. Ik had goede moed, anders was ik er uiteindelijk niet aan begonnen. Aan het drie-en-een-halfuur durend ritje van de rozenridder. Maar dat mijn enthousiasme uiteindelijk zo groot zou zijn is meer dan alleen een positieve verrassing. Librettist Hugo von Hofmannsthal – een schrijver die volgens Stefan Zweig als jonge gymnasiast al zo’n verbluffende kennis en inzicht van het leven bezat dat zijn professoren dachten dat zijn onder een pseudoniem gepubliceerde stukken die van een man op respectabele leeftijd waren – geeft de karakters mooie momenten van reflectie die, samen met Strauss’ sublieme muzikale illustraties, voor een onverwachte verdieping in een verder simpel verhaaltje zorgen. Dat samenspel tussen de librettist en componist die elkaar hier helemaal hebben gevonden en het orkest en de toneelregie die in deze productie perfect op elkaar aansluiten, zorgt voor een stuk muziektheater van zeldzaam raffinement. En het is echt grappig (met dank ook aan de zangers die geweldige acteurs bleken te zijn). Vergeet die opmerking over de Duitse humor. Strauss toont zich in de muzikale commentaren op de dialoog een superieur humorist. Muzikale kwinkslagen waarin hij, net als in de behandeling van de Weense walsen waarbij hij zijn roemrijke naamgenoot (geen familie) parafraseert, weg blijft van het meest voor de hand liggende. Van een weelderigheid die zonder enige terughoudendheid geëtaleerd wordt tot intieme momenten van kamermuziekachtige kwaliteit. Het maakt dat je in de muzikale wereld van Der Rosenkavalier graag nog een keer op excursie gaat.
0 Comments
|
De KLUISRecensies en commentaren (vanaf 2006) ARCHIEF
All
TIJDLIJN
October 2024
|