'Mouvement' van Helmut Lachenmann ingeklemd tussen twee Mozart symfonieën Sla geen acht op de muziek. Gaat u vooral door met praten. Dank u. Er zijn nauwelijks meer cynischer woorden denkbaar om publiek tot stilte te manen. Het verzoek is echter allesbehalve cynisch bedoeld, het moet letterlijk worden genomen. Ze dient als inleiding op Erik Satie's Vexations. Music d'Ameublement. Muziek terwijl je iets anders aan het doen bent. Muziek die als voorloper mag gelden van liftmuziek en noise. Muziek die vanavond het publiek moet voorbereiden op het stuk Mouvement van Helmut Lachenmann. Een stuk dat, ingeklemd tussen symfonie 39 en 41 van Mozart, de luisteraar naar een nieuwe klankwereld, een andere manier van luisteren, moet leiden. Een luisteren waarin ieder geluid muziek kan zijn. Een luisteren waarbij de luisteraar zelf de grens van wat hij als muziek beschouwt, als muziek wenst te beschouwen, kan opzoeken. Een auditieve reis die zal gaan van de eerste Weense school naar de uitgebeten akoestische techno, Musique Concrète Instrumentale, van Helmut Lachenmann. Een reis die zich misschien nog wel het best laat omschrijven als een afdaling naar modern Nibelheim - een plaats waar de consumptiemaatschappij de plaats van de natuur heeft ingenomen. Misschien had een combinatie met de muziek van Gustav Mahler meer voor de hand gelegen. Waar Mahler in zijn symfonieën het wezen van de natuur probeerde te vangen kun je bij Lachenmann stellen, en dit is een luisteraarsoordeel, dat hij voor de industriële revolutie en zijn gevolgen, de moderne consumptiemaatschappij, doet wat Mahler met de natuur wilde doen. Doordringen tot wat tot de kern van de wereld behoort. Lachenmann boetseert geluidsbeelden die de moderne mens moeten wijzen op de essentie van zijn verlangen tot consumeren. Zijn muziek prikkelt, voelt zich niet verplicht te behagen. Sterker nog: frustatie en verwarring lijken hier meer nog dan vervoering en vermaak zaken die nagestreeft moeten worden. Het gevaar dat hij wenst in zijn muziek, wat iedere componist in de huidige tijd zou moeten nastreven, uit zich bij hem in instrumentvreemde klanken. Lachenmann lijkt erop gericht ten koste van alles te willen waken voor hapklare brokken. Het werkelijke gevaar voor hem komt van de luisteraar die vermaakt wil worden en de componist die wil behagen. In an era of magic conveniently available at the touch of a button, new music should on principle represent something akin to 'danger'... Er bestaat dit verhaal over Ennio Morricone, opgetekend uit Lachenmann's mond, die niet wilde dat stukken uit Once Upon A Time In The West werden gespeeld op een avond dat ook Lachenmann's Mouvement op het programma stond. Morricone's bezwaren ten spijt bleven zowel Morricone en Lachenmann op het programma staan waarbij beide componisten tijdens het concert gebroederlijk naast elkaar zaten. Zich bewust van wat de fameuze filmcomponist van zijn muziek dacht dorst Lachenmann, een groot bewonderaar van Morricone, niets tegen de Italiaanse maestro te zeggen. Wat Morricone, the good, zo bad & ugly aan de muziek van Lachenmann vond vertelt het het verhaal niet en het zal vanavond ook niet helemaal duidelijk worden. Die muziek blijkt namelijk spannend en lang niet zo ontoegankelijk als vooraf wellicht mocht worden gevreesd. In het scheppen van zijn muziek gebruikt Lachenmann grotendeels hetzelfde instrumentarium dat Mozart voorhanden had. Waar Mozart vernieuwing zocht in zijn orkestratie, bijvoorbeeld een klarinet inpassen waar een hobo meer in de conventionele lijn der verwachting lag (in symfonie 39), slaat Lachenmann andere wegen in. Hij gooit de academische voorschriften hoe een instrument te bespelen waar nodig het raam uit, shuift klassieke wetten van harmonie en contrapunt opzij en rekt ze op. Dus worden hobo's als percussie-instrumenten ingezet, bestrijkt de strijkstok van cello en contrabas behalve de snaren ook klankkast en stemschroeven en staat er een pauk op zijn kop. Hij emancipeert, met zoiets anachronistisch als een klassiek orkest, geluid tot muziek en kijkt met klassieke middelen naar de moderne tijd. Alsof je een ets maakt van een computerscherm. Bij het resultaat, waarin iedere klank uiteindelijk muziek kan zijn, moet wat gehoord wordt ook gevoeld worden. Het is een bewustwording via geluid. Een muziek die tot denken, al dan niet over concrete onderwerpen, leidt. Muziek die je terugwerpt op je gedachten, je bewust maakt van die gedachten waarbij de noodzaak die gedachten te formuleren of uit te spreken achterwege blijft. Waar de romantiek door vervoering de geest wilde verheffen lijkt Lachenmann's muziek daar een 20-21 eeuwse reactie op te zijn maar ook bij hem kom je - door dat het mystieke, ondefinieerbare dat muziek nu eenmaal eigen is - tot een soort "kennen door te voelen". Hij lijkt daarmee (heb je die vent die deze website zijn naam gaf weer) zowel in de voetsporen van Wagner te treden als dat hij zich daar vandaan beweegt. Over de regenboogbrug die naar het Walhalla leidt ligt hier een tapijt in stemmig geschakeerde kleuren. De uitbundige kleuren van de romantiek bedekt Lachenmann met tinten die minder verleiden en de luisteraar op zichzelf terugwerpen maar helemaal tot aan de vraag of er in zijn klankexercities wel muziek huist, reikt hij niet. Van de verwarring die zich bijvoorbeeld bij het strijkkwartet van Heinz Hölliger van je meester kan maken - luister ik hier naar willekeurig gekozen noten of naar een compositie? - blijf je bij Lachenmann gevrijwaard. Lachenmann's akoestische techno (ze zou zich goed lenen voor een unplugged sessie met Nine Inch Nails of Mike Patton's Fantomas) klinkt daarvoor te gestructureerd - en toch ook te behaaglijk. De structuur in Lachenmann's muziek is onweerlegbaar maar de ordende werking daarvan - die weliswaar in staat is de geest te slijpen en slimmer te maken (al is het alleen maar door de kracht van de suggestie) - is minder dwingend dan bij Mozart. Zij doet een groter beroep de eigen interpretatie. Je moet het voelen. Het resoneren van de lucht. De sinusgolven die op je trommelvliezen landen. Het bijwonen van een optreden is meer dan bij het klassieke repertoire een voorwaarde voor appreciatie. De Jupiter-symfonie klinkt op je telefoon nog lekker, Lachenmann niet. Zijn muziek is voor moderne oren een uitnodiging beeld aan geluid te koppelen. Een uitnodiging die, eenmaal aangenomen, het hoofd tot een ruimte maakt die men kan bereizen. Dat die reis minder ver tot in onbekend terrein voert dan vooraf was gedacht zegt iets over het emancipatieproces dat de dissonant in de loop der tijd heeft doorlopen. De filmmuziek maakt er ruimschoots gebruik van. Van notenclusters die puur om hun suggestieve kracht worden gebruikt. De tegenstelling die er in Lachenmann's werk schuilt - de moderne wereld vangen met klassieke middelen - maakt zijn muziek, althans die muziek waarmee ik vanavond kennis maakte, tot een fascinerende ervaring. (Je schijnt Lachenmann niet meer te kunnen beledigen dan door te zeggen dat je zijn muziek interessant vindt dus ik zal hier op mijn woorden letten.) Het is een ervaring waarin het stemmen van de instrumenten, voorafgaand aan een Mozart-symfonie, een onderdeel van het programma wordt. Hoe wordt het luisteren naar Mozart als je net de lucht van een nieuwe wereld hebt ingeademd? Zorgt de kennismaking met nieuwe muziek voor een nieuw perspectief op oude muziek? Het concert van vanavond gaf daar geen eenduidig antwoord op. Voor de pauze waren er wat bedenkingen bij de uitvoering van Mozart's 39e symfonie. Zij klonk in Les Siecles's uitvoering onder leiding van Francois-Xavier Roth wat aangeharkt. Alsof het stuk leed onder een tekort aan repetitietijd. Na de pauze, na Lachenmann, klonken de Jupiter en de Ouverture Nozze (als encore) beduidend beter maar dat lag gewoon aan hun vertolkers en (waarschijnlijk) aan de composities zelf. Ook in oude muziek kan men, iedere uitvoering weer opnieuw, een nieuwe wereld inkijken. Bijvoorbeeld in dat superieure Adagio van de Jupiter-symfonie. Een klanktapijt dat is als een wolkendek waarin men steeds nieuwe gezichten kan zien naarmate men er langer naar kijkt. Meanderende klanken en een begeesterende akkoordenprogressie liggen aan de basis van een uitnodiging om de stilte die tussen de noten ligt in te vullen met eigen vergezichten. In dat Adagio reikte het Oostenrijkse wonderkind zijn 20-21e eeuwse collega de hand. Zijn muziek werd hier, als muzikale wapenbroeder van Lachenmann's Mouvement, tot een geluid waarin de geest werd aangezet zelf op ontdekkingsreis te gaan. Het was alsof de twee componisten, ieder apart een kind van de eigen tijd, elkaar troffen aan de oevers van het IJ en elkaar nog iets te vertellen hadden ook. Muziekgebouw aan 't IJ - 12 januari 2019 Les Siècles orkest François-Xavier Roth dirigent Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr. 39 Helmut Lachenmann Mouvement Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr. 41 Wolfgang Amadeus Mozart Nozze di Figaro - ouverture (encore) - Wouter de Moor
0 Comments
|
De KLUISRecensies en commentaren (vanaf 2006) ARCHIEF
All
TIJDLIJN
September 2024
|