Onder leiding van Francois-Xavier Roth heeft Les Siècles een naam opgebouwd door moderne avant-gardistische muziek te koppelen aan klassiek repertoire, altijd met gebruik van authentieke instrumenten uit de tijd van de originele compositie. Dit keer stonden de werken van György Ligeti en Wolfgang Amadeus Mozart centraal in een, op papier, veelbelovend concert. De werkelijkheid bleek weerbarstiger, met een luisterervaring waarin momenten van fascinerende vervreemding werden afgewisseld met die van ronduit irritatie. En een uitvoering van Mozart die uiteindelijk teleurstelde. NOTENCLUSTERS Les Siècles heeft er onder leiding van Francois-Xavier Roth een specialiteit van gemaakt om moderne avant-gardische muziek te koppelen aan klassiek repertoire. Met het daarvoor gebruikte instrumentatium altijd uit de tijd waaruit het desbetreffende stuk stamt. Eerder waren ze al eens in het Muziekgebouw aan het IJ te gast waar ze de muziek van Helmut Lachenmann aan die van Mozart koppelde. Nu was het György Ligeti die samen met Wolfgang Amadeus Mozart het affiche deelde. De combinatie oogde op papier interessanter dan hij in werkelijkheid klonk. Mozart meets Ligeti. Ligeti's notenclusters tegenover Mozarts het-leven-is-verrukkelijk-muziek. Wat voor luisterervaring zou deze botsing van twee compleet verschillende muzikale werelden opleveren? EEN IMPLODERENDE BIJENKORF In zijn Kammerkonzert creëert György Ligeti fijnmazige kleurvlakken waarin hij micotoon op microtoon stapelt. (Het is mijn tweede ontmoeting met microtonale muziek in drie dagen, daarover later meer.) Vlakken die in stilstand bewegen. Een soort bijenkorf die implodeert. Dat klinkt, opnieuw, interessanter dan het is. In het web van kleuren wat Ligeti met het orkest weeft beweegt het geluid weliswaar van de ene wereld naar een andere maar net als je je verbaast over de verschuiving van die werelden, die transitie van universa waarin Ligeti klanken exposeert en exploiteert, net als je je verwondert over het inkijkje wat je gegund wordt in een vreemde wereld doet Ligeti iets lelijks. Er klinken een paar houten kleine dwarsfluiten. Hun geluid schel en onaangenaam. Alsof er een kind begint te jengelen dat zijn middagdutje heeft overgeslagen, alsof er een kwajongen belletje trekt. Vervreemding kan een dankbaar effect zijn dat muziek op een luisteraar heeft. Het kan betekenen dat je verwachtingen stuiten op het onverwachte. Dat pogingen de geest open te stellen onvoldoende blijken en de geest misschien aan herijking toe is. Vervreemding is een dankbaar effect omdat je te raden moet bij jezelf. Wat is het wat ik niet kan plaatsen? Maar naast vervreemding voegt Ligeti een ander element toe. Dat van de irritatie. En ik tegenstelling tot vervreemding, die in het beste geval de geest oprekt, sluit irritatie de geest af. Irritatie is de schreeuw temidden van een gekoesterde stilte, het mes in een schilderij. Het is alsof de componist hier zegt, ik stap hier uit. Ligeti’s familie kwam, op uitzondering van zijn moeder, om in de Holocaust. Wil Ligeti hier nadrukkelijk wegblijven van iets wat als poëzie door kan gaan, een kwart eeuw na Auschwitz? Zijn composities voor piano vertellen iets anders. Zijn pianowerk bevat wonderen van gestolde mystiek. Het is in zijn pianowerken die ook met regelmaat opduiken in recitals (Yuja Wang!) waarin blijkt dat Ligeti’s muziek wel degelijk kan aansluiten bij klassiek en romantisch repertoire. Daarvan was bij dit concert geen sprake. Zijn Kammerkonzert en zijn vioolconcert (met Isabella Faust als solist) hielden de geest nadrukkelijk weg van de roes en maakte daarnaast ook niet nieuwsgierig, zij boden nog geen minimum aan fascinatie die je doet besluiten de muziek een nieuwe kans te geven. ‘Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch’. - Theodor W. Adorno HET WONDERKIND Van de notenclusters van Ligeti naar de notenlijnen van Mozart. Waar Ligeti de tolerantie van de luisteraar probeert te testen en in gevecht gaat met de vorm en de daarin geperste inhoud waren het pianoconcert en de Hafner-symfonie van Mozart oefeningen van excellentie binnen klassieke vormen die verder niet ter discussie stonden. Mozart was hier exponent van de gevestigde orde die een dam moest opwerpen tegen het audio-terrorisme van voor de pauze. Bij het Pianoconcert nr. 23, gespeelt op klavecimbel door Alexander Melnikov, klinkt het klavier bescheidener en uiteraard minder dominant dan bij een uitvoering op een moderne vleugel. Het probleem hier was echter dat Melnikov een Mozart speelde die in een saaie bui was, zijn branie kwijt was en geen enkel teken van levenslust toonde. Geen joie-de-vivre. Geen stuwende lyriek maar staccato dat op de remt trapt. In het langzame deel was het of de Rus Glenn Gould probeerde op te roepen. Met teleurstellend resultaat. Langzame tempi in te lang aan gehouden pauzes die de verwachting doodsloegen. Dit was een Mozart die een off-day had. Dit was een Mozart die, in repertoire dat als roestvrijstaal mag worden beschouwd, ten prooi was gevallen aan over-interpretatie. Een uitvoering van Mozart waarbij, in een poging de muziek fris te houden, de muziek erbij in was geschoten. De uitvoering van de Hafner daarna was meer bevredigend. EEN ONTMOETING DIE NIET WAS Ligeti ontmoette dus Mozart, maar niet mijn verwachtingen. Ligt dat, voordat we een definitief oordeel over de uitvoering kunnen vellen, misschien (ook) aan mij? De afgelopen twee maanden ben ik in Bayreuth geweest en heb daarna nog drie opera’s en vijf concerten bezocht (waaronder een Mahler 3 in het Concertgebouw onder leiding van Klaus Mäkelä waar mijn verwachtingen ook al niet helemaal werden ingelost). Ben ik verwend, mogelijk zelfs blasé geworden? Ik wil het niet uitsluiten maar ik denk dat het uiteindelijk om een combinatie van factoren gaat. Terwijl ik dit intik speelt Ligeti’s vioolconcert in de huiskamer. Ik vind het mooi. Zou het kunnen zijn dat Ligeti beter tot zijn recht komt in een omgeving waar hij de aandacht moet delen met een ander medium, film (Space Odessey!) of, in dit geval, een computerscherm waarop ik zit te werken? Of ligt het toch aan de uitvoering? Ik vind Les Siècles een bewonderingswaardig orkest met een bewonderingswaardige artistieke insteek. Maar zijn hun uitvoeringen wel altijd zo overtuigend? Werkt de extreem grote reikwijdte van het repertoire dat ze spelen op een avond niet nivillerend op het uitvoeringsniveau? Naar muziek luisteren wordt bij concertbezoek beïnvloed door het kijken naar het podium. Onderzoek heeft uitgewezen dat kijken het luisteren beïnvloed. DE UITVOERING? De takt van Xavier Roth is die van iemand die suggereert, een voorstel doet, in overleg tot een beslissing wil komen. Hij is niet van de strakke bewegingen die iets opleggen, of op autoritaire wijze iets willen afdwingen. Ik kom niet los van het idee dat Roth's bescheidenheid en terughoudenheid op de bok terug te horen zijn in uitvoeringen die niet helemaal strak zijn. Dat hoor ik in Mozart, de uitvoering blijft aan de brave kant, in dit geval ook de Hafner. Kan de Ligeti te lijden hebben gehad onder een wat studentikoze uitvoering waarin alle elementen (van partituurgetrouwheid tot interpretatie) uiteindelijk niet tot overtuigende muziek wilden worden? Muziekgebouw aan het IJ, ZA 23 SEP 2023 György Ligeti Kammerkonzert György Ligeti Vioolconcert Wolfgang Amadeus Mozart Pianoconcert nr. 23 Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr. 35 Uitvoerenden Les Siècles François-Xavier Roth dirigent Alexander Melnikov piano Isabelle Faust viool TWEE DAGEN EERDER De twijfels, het niet overtuigen, kunnen de vraag opwekken waar de grenzen van de muziek liggen (voor jou). Het antwoord op die vraag kwam twee dagen eerder, op dezelfde locatie, waar een programma was opgesteld rondom John Cage. Daar werd de avond afgesloten met een sessie Deep Listening. Een sessie waarin iedereen in het publiek noten zingt (klanken voortbrengt) in reactie en in samengaan met de rest van het publiek. Het maakt je als luisteraar extra bewust van geluid. Muziek is hier niet het doel, hooguit een middel. Een middel tot meditatie bijvoorbeeld. Niet dat daar iets mis mee is maar ik wilde muziek, zoveel werd al snel duidelijk. Het voortbrengen van geluid, als in een gebed, een gezamenlijke preveling, waarbij het publiek maker en publiek ineen is klinkt, zoals wel vaker met concepten, interessanter dan het is. De antwoord op de vraag wat ik als muziek beschouwde kreeg hier een antwoord. Eindelijk. En zoals gebruikelijk ging iets waarop lang is gewacht gepaard met de nodige ontnuchtering. Ik wil de componist die mij iets kan vertellen waar ik zelf eventueel iets aan toe kan voegen. Eerder waren de stukken van Cage saai. Ze boeiden niet en maakte ook niet dat we uitkeken naar het moment dat ze misschien wel gingen boeien. Het waren stukken, koralen waarin was geknipt, die als muziekstukjes uiteindelijk niet meer dan simpele trucje bleken. Het echte werk kwam na de pauze. Pierre Boulez met een stuk voor solo viool. Intens. En je hoeft je bij Boulez nooit af te vragen of de inhoud niet tekort schiet. Structuur en inhoud vinden elkaar hier in een schroeiend stuk dat zijn ideeën in een snelkookpan stopt. Bij het luisteren naar Anthèmes voor viool onderga je die dankbare ervaring opgelift te worden naar een boven jou liggend bewustijnsniveau. Alsof je alles wat erin is gestopt (aan intelligentie, wijsheid en wetenschap) kunt voelen zonder het te hoeven (en kunnen) begrijpen. In het verlengde daarvan lag het stuk van John Zorn (The Aristos voor pianotrio). Een soort Naked City unplugged. Het strijkkwartet van Ben Johnston was een ooropener. Microtonaliteit die zich anders dan bij Ligeti wel tot een opwindende traverse naar een nieuwe klankwereld liet leiden. De microtonen van Johnston creëren een web van kleur dat zich, in tegenstelling tot Ligeti, vrij weet van cynisme. Johnston kijkt niet om, keert niet op zijn schreden terug, bouwt geen ontsnappingsroutes in het pad dat hij uitstippelt en doet geen dingen die overkomen als flauwe grapjes. Zijn microtonale exercities overtuigen en nodigen je uit voorbij de grenzen van het denkbare muziekuniversum te kijken, te luisteren en te denken. Ze maken je op meerdere niveaus deelgenoot van iets nieuws. En mooier dan dat kun je het niet krijgen. Muziekgebouw aan het IJ, DO 21 SEP 2023 Erik Satie Chorale for violin and piano uit Choses vues à droite et à gauche (sans lunettes) Giacinto Scelsi String Trio John Cage selectie uit 13 Harmonies uit: Apartment House 1776 Pierre Boulez Anthèmes voor viool John Zorn The Aristos voor pianotrio Pauline Oliveros deel uit Four Pieces for Orchestra Ben Johnston String Quartet No. 3 Uitvoerenden Asko|Schönberg Joseph Puglia viool, curator - Wouter de Moor
0 Comments
|
De KLUISRecensies en commentaren (vanaf 2006) ARCHIEF
All
TIJDLIJN
October 2024
|