Het Mahler Academy Orchestra onder leiding van Philipp von Steinaecker gaf in het Concertgebouw een bijzondere uitvoering van Mahler's 5e symfonie. Met instrumenten uit zijn tijd en een frisse interpretatie brachten zij de klankwereld van de componist tot leven, waarbij traditie en vernieuwing samenkwamen in een meeslepende uitvoering. Mahler op periode instrumenten. Hoe klinkt dat? De Mahler Academy Orchestra met Philipp von Steinaecker op de bok lieten ons het antwoord horen. Met Gustav Mahler zijn we rijk bedeeld in Amsterdam. Om de zoveel tijd duikt in de discussie rondom de toekomst van de klassieke muziek de vraag wel op of het nu niet wel welletjes is geweest met hem. Dat hij, samen met mede-giganten uit de roestvrijstalen canon, de weg blokkeert voor nieuwe componisten wier werk broodnodige podiumtijd wordt onthouden. Maar oproepen daartoe ten spijt krijgen we geen genoeg van hem. Zijn symfonieën zijn creaties die zich met weinig in de muziekgeschiedenis laten vergelijken. En ook in het Concertgebouw op 12 september bleek de Oostenrijkse klankmagiër ruim 11 decennia na zijn dood nog nieuw publiek aan zich te binden. De gemiddelde leeftijd van het publiek, die in vergelijking met die van de Fliegende Hollander bijna een week eerder in deze hal een stuk lager lag, suggereerde in ieder geval zoiets. Het kan ook te maken hebben met een andere publiekslieveling waarmee Mahler het programma deelde: Sergej Rachmaninoff. Ook in de toekomst zal terugkijken op het verleden nog wel even blijven fascineren. En een uitvoering op periode instrumenten is daarvan een sprekend voorbeeld. Veel meer dan een bezoek aan het museum is de tocht naar de oorsprong van een symfonie, naar het geluid zoals die symfonie 120 jaar geleden zou hebben geklonken, een poging de spinnewebben die er met de muziektraditie in zijn gewoven, weg te blazen. Opent het onze oren? Maken we opnieuw kennis met een werk waar we ons, middels talloze verschillende versies van talloze verschillende uitvoerenden, al zo uitgebreid van hebben vergewist? Philipp von Steinaecker was oorspronkelijk een cellist en assistent-dirigent van de vermaarde Claudio Abbado, de man die in 1999 de Mahler Academy in Bolzano oprichtte. Daar verdiepen jonge musici uit heel Europa zich in kamermuziek en spelen op historische Weense instrumenten. Dat leidde tot het Originalklang-Project, waarin academisten samen met professionele musici uit Europese toporkesten streven naar een klank die zo dicht mogelijk komt bij het geluid dat Mahler voor ogen moet hebben gehad. Wat direct opvalt aan het historisch instrumentarium is het transparante klankbeeld. Daarnaast is de balans in het orkest anders (beter?); moderne koperblazers zijn een stuk luider dan hun voorgangers waar de nadruk meer op klankkleur ligt dan op volume. Samen met het geluid van de periode-instrumenten kwam een interpretatie die refereerde aan Willem Mengelberg, rijk aan portamento in de strijkers en een tamelijk vrije, bijna grillige toepassing van rubato. Het succes van deze aanpak was wisselend. Er waren momenten waarop de vertragingen, bedoeld om de spanning te verhogen, omslachtig dreigden te worden. Het Adagietto ontvouwde zich met een soort vurige kwetsbaarheid, die ik zelf zeer aangrijpend vond. Mijn partner daarentegen vond het te traag. Wat traagheid precies is, en wat als te traag wordt ervaren is subjectief. De juiste tempi bestaan bij gratie van hun context. Von Steinaecker liet het orkest vlammen met verve en het geluid van de fin-de-siècle weerklonk met formidabele kracht en grandeur, maar in het oproepen van spanning door contrast - een domein waarin Mengelberg oppermachtig was - schoot Von Steinaecker tekort ten opzichte van de Nederlandse maestro. De strijkers, warm resonerend, kweten zich als kloppend hart van het orkest buitengewoon mooi van hun taak. Zij excelleerden met expressief pizzicato, alsof zij een een Sirtaki dansten, en waren gloedvolle steunpilaren van het koper en het hout die een delicate, bijna trillende kwetsbaarheid onthulden. Met het geluid van periode-instrumenten was het alsof je de bouwstenen van Mahler's 5e symfonie hun plaats hoorde zoeken en vinden. Het resultaat opende de oren, herschikte op momenten, door het leggen van andere accenten (in bijvoorbeeld het concerto-moment van de hoorn in het derde deel) je perspectief, en was zeker verkwikkend. Maar als geheel was het uiteindelijk geen al te gedurfde afwijking van wat verwacht mocht worden. Volgend jaar, ter gelegenheid van het eerder door Covid gecancelde Mahler Festival, keert het gezelschap, dat eerder al Mahlers Negende op plaat vastlegde met historische instrumenten, terug voor een herneming van de Vijfde. Voor de pauze was het Derde Pianoconcert van Sergej Rachmaninoff een opwarmer waarbij de uitstekende solist Leif Ove Andsnes nog even terugkwam voor een toegift. Die werd dankbaar in ontvangst genomen. Andsnes kunde op het klavier stond buiten kijf maar ik ontkwam, zoals wel vaker bij Rachmaninoff, niet aan de indruk dat Rachmaninoff vooral zeggingskracht heeft als hij door Rachmaninoff zelf wordt gespeeld. Als het virtuoze aspect van zijn muziek ons niet al te expliciet voor onze oren en ogen ontvouwt maar zich meer schuilhoudt, als een potentieel dat kan worden ontsloten. Bij composities die beklijven komen de noten niet waar je ze verwacht maar wel je ze wilt hebben. Bij Rachmaninoff komen de noten waar je ze verwacht waardoor ze vaak een beetje overbodig lijken te worden. Dan krijgen die imposante notenreeksen iets behaagzieks en zijn die paar momenten waarin ze wel spannend en transcendent worden te spaarzaam om van een geheel geslaagde luisterervaring te kunnen spreken. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik in deze constatering, gezien de uitzinnige reactie van het publiek, hoogstwaarschijnlijk alleen sta (mijn partner was er lyrisch over). Mahler & Rachmaninoff, Concertgebouw Amsterdam, 12 september 2024 Mahler Academy Orchestra Philipp von Steinaecker (dirigent) Leif Ove Andsnes (piano) Rachmaninoff - Pianoconcert nr. 3 in d, op. 30 Mahler - Symfonie nr. 5 in cis - Wouter de Moor
0 Comments
Leave a Reply. |
De KLUISRecensies en commentaren (vanaf 2006) ARCHIEF
All
TIJDLIJN
September 2024
|